De energietransitie is in volle gang en ontwikkelingen volgen elkaar in hoog tempo op. Veel partijen zijn zoekende naar hun koers en positie in deze veranderlijke omgeving. Berenschot voert veel onderzoeken en adviesopdrachten uit om daarbij te ondersteunen. Dit levert veel inzichten op, die we jaarlijks met u delen. In 2023 is het tijd om daadwerkelijk keuzes te gaan maken. Ook rondom dit thema houden we u graag op de hoogte. Dit is inzicht 4.
Gezamenlijk op zoek naar ruimte op het elektriciteitsnet
We moeten af van ‘u vraagt, wij draaien’. Gemeenten en netbeheerders moeten gezamenlijk op zoek naar ruimte in het elektriciteitsnet. Zij moeten samen de verantwoordelijk pakken op lokale planvorming. Drie adviezen:
- Netbeheerders moeten actiever meedenken en informatie verschaffen over de ontwikkeling van energievraag en ‑aanbod.
- Gemeenten moeten op tijd de netbeheerder betrekken: aan de voorkant in plaats van aan de achterkant van het proces.
- Netbeheerders en gemeenten moeten periodiek (jaarlijks) regionaal bijeenkomen om inzichten te delen en plannen met gemeenteoverschrijdende impact af te stemmen.
Nieuwe aansluitingen vaker niet (meteen) mogelijk
Het elektriciteitsnet zit steeds voller als gevolg van een sterk stijgende vraag naar elektriciteit en toename van hernieuwbare opwek uit zon en wind. Het lukt netbeheerders vaak niet om tijdig de groeiende vraag en aanbod in te passen. Waar dit voorheen relatief snel kon, neemt het beschikbaar stellen van voldoende aansluitvermogen nu soms jaren in beslag.
De verwachting is dat de druk op het elektriciteitsnet alleen nog maar verder toeneemt. Op steeds meer plaatsen is sprake van congestie: meer vraag en/of aanbod van elektriciteit dan er door het net past. Een probleem voor bedrijven, particulieren én voor gemeenten, die hun best doen om bewoners, bedrijven en de energietransitie te faciliteren.
Slimmer kijken naar locaties en de inzet van flexoplossingen (flexibel laden, andere dimensionering van aansluitingen, batterijen, e-boilers, etc.) kunnen zorgen voor een betere benutting van beschikbare capaciteit. Daarnaast is op veel plekken en/of bepaalde momenten nog wel ruimte op het net. Dus is het zaak dat plannenmakers en degenen met kennis van de beschikbare capaciteit (nu en in de toekomst) elkaar opzoeken.
Netbeheerders moeten actiever meedenken en informatie verschaffen
Traditiegetrouw nemen netbeheerders vaak een relatief reactieve en faciliterende rol aan. Door proactief op gemeenten af te stappen en inzicht te verschaffen in de ruimte op het net – nu, maar ook in komende jaren – zijn slimmere keuzes mogelijk. Hiervoor is het van belang dat:
- netbeheerders de tijd nemen om relevante beleidsmakers bij de gemeenten op een voldoende kennisniveau te brengen. Om vervolgens vanuit infrastructuurperspectief inzichten te bieden in de aansluitmogelijkheden voor gemeenten. Het kennisniveau bij gemeenten verschilt in onze ervaring sterk.
netbeheerders actief advies geven over waar wat wel en niet kan en onder welke condities, om zo te helpen het net beter te benutten. Netbeheerders hebben immers zelf de meeste kennis van het net, van de potentie van anders ontwerpen en van tijdelijke of permanente flexibiliteitsopties.
Netbeheerders eerder betrekken
Gemeenten maken keuzes rond locaties voor nieuwbouw, bedrijventerreinen, etc. of hebben hier grote invloed op. Vaak wordt nu pas achteraf gekeken of de netbeheerder de voorziene plannen op tijd kan aansluiten. Door de netbeheerder eerder te betrekken, gaat er geen tijd verloren met het uitwerken van plannen die voorlopig niet gerealiseerd kunnen worden.
Periodiek regionaal bijeenkomen
Sommige ontwikkelingen met impact op het net overschrijden de gemeentegrenzen; dit vraagt om een afstemstructuur in de regio. Denk aan een jaarlijks afstemmoment, waarbij het toekomstperspectief/netbeheerscenario ten aanzien van de regio wordt herijkt en gevalideerd. Ook kan gekeken worden naar voorliggende regio-overstijgende infrastructuurkeuzes. Deze afstemstructuur zou bijvoorbeeld rondom een MS-station georganiseerd kunnen worden, aangezien gemeenten binnen het voorzieningengebied van zo’n station een grote wederzijdse afhankelijkheid kennen in de verdeling van beschikbare capaciteit.
Aan de hand van deze drie adviezen kunnen netbeheerders en gemeenten beter en intensiever gezamenlijk optrekken. Dat bevordert efficiënte benutting van de infrastructuur en voorkomt in veel situaties dat de energietransitie vertraging oploopt.