Uitkomsten BRE-onderzoek Zuid-Limburg | Berenschot artikel

Uitkomsten BRE-onderzoek Zuid-Limburg

Artikel
Uitkomsten BRE-onderzoek Zuid-Limburg

Deel dit artikel

Datum

07 juni 2023

Leestijd

3 minuten

De afgelopen jaren is samenwerking op regionale schaal steeds belangrijker geworden. Om meer grip te krijgen op de regio en de succesfactoren die bijdragen aan het realiseren van publieke waarde in die regio, analyseert Berenschot in samenwerking met Rijksuniversiteit Groningen in tien regio’s de balans tussen publieke waarde, organisatie en legitimiteit. In dit artikel bespreken we de uitkomsten van de casusregio Zuid-Limburg.

In het onderzoek staat de notie centraal dat het bestuurlijk, maatschappelijk en economisch ecosysteem in een florerende regio onderling (stevig) met elkaar verbonden zijn, daar waar opgaven dat vragen. Voor Zuid-Limburg geven we antwoord op de volgende vragen: 'Hoe succesvol is het bestuurlijk regionaal ecosysteem (BRE) in Zuid-Limburg in het realiseren van publieke waarde, welke factoren spelen daarin een rol en hoe kan de samenwerking worden verbeterd?' Hiervoor hebben we het BRE van Zuid-Limburg in kaart gebracht, het onderlinge samenspel onderzocht en gekeken naar mogelijke verbeteringen. Hierna volgen onze belangrijkste bevindingen, conclusies en aanbevelingen.

Regionale samenwerking op de schaal van Zuid-Limburg is complex én nodig

Samenwerking op de schaal van Zuid-Limburg is complex vanwege het grote aantal gemeenten, de diverse (organisatie van de) subregio's Maastricht-Heuvelland, Parkstad en de Westelijke Mijnstreek plus het grote aantal (120) samenwerkingsverbanden. Bovendien zijn er grensoverschrijdende samenwerkingsuitdagingen. Tegelijkertijd is regionale samenwerking nodig vanwege de urgente regionale opgaven en het relatief lage niveau van brede welvaart, denk aan gezondheidsachterstanden en armoede. De behoefte aan samenwerking verschilt per opgave en thema, variërend van afstemming tot uitvoering en lobby. Relevante thema’s voor samenwerking Zuid-Limburgse schaal zijn volgens gesprekspartners 1) de regionale economie, 2) Zuid-Limburg als grensregio, en 3) regionale ruimtelijke inrichting.

Publieke-waardecreatie op de schaal van Zuid-Limburg blijft achter

Directe publieke waarde voor inwoners van Zuid-Limburg wordt vooral gecreëerd in verplichte samenwerkingsverbanden, in samenwerkingen in de subregio’s en in/tussen individuele gemeenten. In andere vrijwillige samenwerkingsverbanden op de schaal van Zuid-Limburg wordt met name gekomen tot strategische visievorming. Het lukt de regio beperkt om dit om te zetten in concrete resultaten voor inwoners op diverse regionale opgaven. Daarbij signaleren wij een gebrek aan gedeeld gevoel van urgentie, gemeenschappelijk belang en onderling vertrouwen. Hierdoor blijven veel opgaven onuitgevoerd of worden ze overgelaten aan centrumgemeenten. Het risico bestaat dat de inwoners van Zuid-Limburg aan het kortste eind trekken en dat economische en maatschappelijke partners het vertrouwen in de regionale samenwerking verliezen.

Bevorderende en belemmerende factoren

Op de schaal van Zuid-Limburg zijn er verschillende factoren die de regionale samenwerking bevorderen of belemmeren bij het realiseren van publieke waarde. De grote urgentie vanuit de brede welvaartscijfers helpt om gezamenlijk actie te ondernemen. Eveneens bevorderlijk zijn goede voorbeelden in de regio en de aanwezigheid van een agenda met draagvlak van betrokkenen, en het belang dat maatschappelijke en economische partners hechten aan de regio. Aan de andere kant zijn er volgens de geïnterviewden belemmerende factoren, zoals een onderstroom in de samenwerking. Daarbij gaat het niet om structuren, schalen of governance, maar over cultuur, interne verhoudingen en onderlinge dynamiek. Gesprekspartners noemen verder bijvoorbeeld de focus op structuur in plaats van strategie, een gebrek aan overzicht en inzicht in regionale activiteiten, en beperkte uitvoeringskracht in veel gemeenten.

Verdere samenwerking op de schaal van Zuid-Limburg

Volgens ons is het essentieel om een koers te vinden en vast te houden, zodat gezamenlijke directe publieke waarde op deze regionale opgaven kan worden gerealiseerd. In het rapport schetsen wij een handelingsperspectief voor deze verdere samenwerking.

Zo beargumenteren we dat regionale samenwerking in Zuid-Limburg een taai vraagstuk is, waarbij het inrichten ervan is verworden tot een opgave op zich. Dit komt doordat bij gemeenten verschillende beelden bestaan van de onderwerpen waarop samenwerking nodig is en zij verschillend denken over de passende vorm hiervoor. Daarom moeten verdere stappen zich in onze ogen richten op 1) een gelijk beeld krijgen van het waarom van samenwerking, 2) het uitdunnen van regionale samenwerking om ruimte te maken, en 3) het onontkoombaar maken van concrete waardenrealisatie en afspraken die hiertoe moeten leiden. In het rapport werken we deze punten uit tot een concreet handelingsperspectief. Dit biedt een basis om het huidige momentum te gebruiken om zo tot betere Zuid-Limburgse regionale samenwerking te komen.

Op 1 juni 2023 hebben de burgemeesters van de gemeenten Maastricht, Heerlen en Sittard-Geleen en de provincie Limburg het eindrapport aangeboden aan de zestien gemeenten in Zuid-Limburg. Interesse?

Dit onderzoek is onderdeel van een landelijk academisch onderzoek naar de succesfactoren van regionale samenwerking. Hiervoor werkt Berenschot samen met de Rijksuniversiteit Groningen/Campus Fryslân. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft zich financieel en inhoudelijk aan het onderzoek gecommitteerd.

Blijf op de hoogte met onze laatste artikelen

Meld u aan voor onze nieuwsbrief