Een must-read voor beleidsmakers: de Integrale Circulaire Economie Rapportage van het PBL die vorige week verscheen. De hoofdconclusie uit het 289 pagina’s tellende rapport is: overheden en bedrijven plegen best veel inspanningen voor een circulaire economie, maar dit leidt onvoldoende tot tastbare resultaten, zoals een absolute reductie van het grondstoffenverbruik. We kunnen pas echt serieuze resultaten boeken als overheden veel ambitieuzer beleid gaan voeren. Concreet is er in het beleid voor de circulaire economie veel meer inzet nodig op de eerste twee treden van de R-ladder: refuse en rethink.
Waarom de huidige inspanningen onvoldoende werken
De meest schokkende constatering uit het PBL-rapport is de reden waarom de huidige inspanningen onvoldoende werken. Die reden is dat er nauwelijks beleid gevoerd wordt gericht op de eerste twee treden van de R-ladder: refuse en rethink. De R-ladder is een instrument ontwikkeld door het PBL (in dit rapport) met zes strategieën van circulariteit, opgedeeld in tien activiteiten: refuse, rethink, reduce, reuse, repair, refurbish, remanufacture, repurpose, recycle, recover. Refuse en rethink betekenen: afzien van producten of producten intensiever gebruiken.
De grafiek laat zien dat medio 2020-2021 van alle beleidsinitiatieven uit het Europese beleid rondom circulaire economie er letterlijk nul initiatieven zijn gericht op refuse en rethink. Dit geldt in zeer hoge mate ook voor het Nederlandse beleid.
Het belang van 'demand-side-mitigation'
Dit is schokkend, omdat wetenschappers er de laatste jaren steeds sterker op aandringen om het beleid niet alleen te richten op efficiencyverbeteringen aan de productiekant van de economie (reduce, reuse en recycle) maar ook op de consumptiekant van de economie. Dus op aanpassing van consumptiepatronen en dan vooral het beperken van consumptie die schadelijk is voor de aarde (refuse en rethink). Dit is niet alleen van cruciaal belang om het grondstoffenverbruik te beperken – naast landgebruik een van de hoofdoorzaken van biodiversiteitsverlies – maar ook om de klimaatcrisis te bestrijden. Het IPCC wijdde daarom in haar laatste rapport over beleid uit 2022 tientallen pagina’s aan ‘demand-side mitigation’. Dat zijn maatregelen gericht op aanpassing van consumptiepatronen. Het IPCC schat het potentieel om met dit type maatregelen de uitstoot van broeikasgassen te reduceren op 40 tot 70 procent. Een gigantisch potentieel, dus.
De noodzaak is er, nu de inzet nog
Er is behalve dit potentieel nog een andere reden waarom demand-side mitigation essentieel is: consumptiegroei maakt maar liefst 30 tot 50 procent van de milieuwinst ongedaan die geboekt wordt door efficiencyverbeteringen aan de productiekant van de economie. Dit is het zogenoemde rebound effect; economen noemen het de Jevons Paradox. Dit verklaart ook waarom al die inspanningen van overheden en bedrijven gericht op reduce, reuse en recycle tot nu toe zo bar weinig opleveren.
De dringende oproep van wetenschappers, het IPCC en het PBL aan beleidsmakers is dus: maak werk van refuse en rethink strategieën. De twee belangrijkste manieren waarop overheden dit kunnen doen zijn normeren en beprijzen. Voorbeelden hiervan staan in het PBL-rapport en in ons boek Er is leven na de groei.