Kringloopwinkels worden meer en meer ‘big business’. Zeker rond de feestdagen zien steeds meer mensen de waarde van de kringloopwinkel om duurzaam tweedehands cadeaus te kopen. Daarnaast kent de kringloopwinkel steeds meer functies, waaronder het begeleiden van mensen naar werk. Dit valt samen met het sociaal ondernemen dat grote gemeenten zoals Amsterdam en Rotterdam nastreven. Ondanks deze ambities blijft de vraag in hoeverre kringloopwinkels als sociale onderneming (SO) nu daadwerkelijk bijdragen in de ontwikkeling naar werk.
Het ontstaan van SO-kringloopwinkels is onderdeel van een bredere landelijke ontwikkeling, waarin sociaal werkbedrijven noodgedwongen nieuwe vormen zoeken, een nieuwe toekomst. Zo concludeerde Berenschot op basis van het onderzoek ‘Infrastructuur van sociaal ontwikkelbedrijven’ dat de ondersteuningsinfrastructuur voor de Participatiewet niet altijd aanwezig is. Ook blijkt een grote groep mensen niet bij ‘reguliere’ werkgevers aan de slag te kunnen en buiten de kaders van duidelijk beleid te vallen. Verder is financiering een complexe aangelegenheid binnen dit domein. De kracht van sociaal ontwikkelbedrijven zit echter juist in de diversiteit aan werksoorten die zij bieden, wat een laagdrempelig sociaal vangnet kan zijn voor personen die een extra ontwikkelingsstap nemen naar werk. Kringloopwinkels kunnen daarin ondersteuning op maat bieden.
Gestructureerd werkaanbod
Wie een kringloopwinkel binnenloopt, ziet al snel een hoop verschillende spullen staan. Houten bijzettafeltjes, schilderijen, speelgoed, televisieschermen, boeken, maar ook rekken met kleding. Wat op het eerste gezicht een willekeurige verzameling lijkt, is achter de schermen een gestructureerd aanbod aan werksoorten. Precies dankzij die diversiteit aan werkvormen – van logistiek, kledingafdeling, kassa, inhaalpunt, techniek (zoals het repareren van kapotte koelkasten) en speelgoed – lijken werknemers hun belangstelling voor en kundigheid binnen een nieuw vak te leren kennen.
Doorstroom niet altijd vanzelfsprekend
De rol van kringloopwinkels in het verminderen van arbeidsmarktblokkades is met name interessant in de context van hoge arbeidsmarktkrapte, bijvoorbeeld in de detailhandel. Hoewel de transitie van kringloopwinkel naar sociale onderneming populair is, is de invloed van een kringloopwinkel als sociale onderneming op de ontwikkeling naar werk niet eerder onderzocht. Om daar meer licht op te werpen, sprak ik voor mijn onderzoek met werknemers, werkgevers en medewerkers van de gemeente, en werkte ik zelf een dagje mee op de werkvloer van een kringloopwinkel: participant observation.
Kort gezegd, luidde de hoofdvraag: hoe kan het werk in kringloopwinkels als sociale ondernemingen bijdragen aan het verminderen van arbeidsmarktblokkades, en hoe beïnvloedt dit de doorstroom naar werk? Uit mijn onderzoek komt naar voren dat het werk invloed heeft (via inclusief werkgeverschap) op het verminderen van psychologische blokkades, het bouwen aan sociaal kapitaal en het ontwikkelen van vaardigheden en werknemerscompetenties, en dat kringloopwinkels een variëteit aan werkvormen bieden. De doorstroom naar werk is echter niet altijd even vanzelfsprekend.
Arbeidsmarktblokkades
De reden daarvoor ligt in de verschillende blokkades tussen werkzoekende en de arbeidsmarkt. Om te achterhalen hoe medewerkers in een kringloopwinkel worden ontwikkeld en begeleid naar een vaste baan, is het van belang te weten welke arbeidsmarktblokkades door het werk in een kringloopwinkel worden beïnvloed. En hoe.
- Onbekendheid met inclusief werkgeverschap
Werkgeverschap kan een arbeidsmarktblokkade opwerpen, met name als personen in het verleden al verschillende banen hebben gehad (bijvoorbeeld in de Participatiewet). Niet iedere werkgever heeft ervaring in het omgaan met een werknemer die meer flexibiliteit of zorg nodig heeft. Daardoor kan een werknemer zich niet welkom voelen. In een kringloopwinkel blijken leidinggevenden een belangrijke rol te hebben in het direct uitvoeren van inclusief werkgeverschap. Zo zijn zij flexibel (en passen het werk soms aan), kijken door de regels heen wat bij een werknemer past, en kijken over grenzen heen: “Zijn de instituties waar mijn werknemer mee te maken heeft, wel passend?”
- Psychologische blokkades
Onzekerheid door langere tijd een uitkering te ontvangen of afwijzingen op sollicitaties te krijgen, kan uitmonden in psychologische blokkades. Die kunnen iemand ervan weerhouden om steeds weer opnieuw te proberen vast werk te vinden. In de kringloopwinkel waar ik meeliep, kregen personen door het aanleren van allerlei nieuwe vaardigheden meer zekerheid. “Ik word langzaam maar zeker een manusje-van-alles”, aldus een respondent, die zich nu sterker vindt staan op de arbeidsmarkt.
- Geen relevant sociaal netwerk
Een gebrek aan een relevant sociaal netwerk kan leiden tot een gevoel van isolatie. Ook een netwerk met vrienden of ouders die geen werk hebben, kan van invloed zijn. In de kringloopwinkel ontmoeten de medewerkers “exponentieel” meer mensen. Ze maken vrienden met collega’s, spreken buiten werk af en bouwen connecties op met klanten. Omdat ze omgeven worden door collega’s die zich ook ontwikkelen in het werk, ontstaat een netwerk waarin mensen van elkaar leren en elkaar stimuleren.
- Gebrek aan relevante vaardigheden
Een andere reden om niet te kunnen deelnemen aan de arbeidsmarkt, is een gebrek aan relevante vaardigheden voor op de werkvloer. In de kringloopwinkel doen werknemers ervaring op in klantcontact, het sorteren van producten, specifieke logistieke taken, maar ervaren zij ook structuur. Het klantcontact is op de verschillende afdelingen anders: de techniek vormt een prikkelarmere omgeving waarin aan apparaten gewerkt wordt, bij de kleding voert klantcontact de boventoon: “Hoe vind je dit staan?” Ook hingen er zogenaamde ‘werkbladen’ door de winkels heen, met daarop instructies over allerlei onderwerpen, zoals het bedienen van de kassa.
Ook het niet beschikken over diploma’s of kwalificaties kan een arbeidsmarktblokkade opwerpen. In verschillende kringloopwinkels is het mogelijk een BBL-opleiding of cursussen te volgen. Opvallend genoeg werd het behalen van een diploma op het werk minder gestimuleerd dan de ontwikkeling van een werknemer op de andere gebieden die zijn behandeld in dit onderzoek. Oorzaak daarvan is wellicht onduidelijke informatievoorziening over de mogelijkheden.
Een kringloopwinkel kan wat rommelig lijken, maar juist in die diversiteit aan werksoorten leren werknemers hun intrinsieke motivatie kennen. Ook het ‘carven’ van nieuwe banen lukt gemakkelijk. Wil iemand schilder worden? “Ga de kantine maar schilderen!”
Gemeentelijke steun: doorstroom naar de arbeidsmarkt?
Contactstructuur meest belangrijk
Bij de gemeentelijke ondersteuning aan kringloopwinkels als sociale ondernemingen heb ik gefocust op de impact van drie instrumenten die gemeenten kunnen inzetten voor de ontwikkeling naar werk: loonkostensubsidie, jobcoaching en advies. Uiteindelijk bleek echter een goede contactstructuur tussen kringloopwinkel en gemeente het meest belangrijk voor uitstroom van personen naar een vaste baan. Instroom vanuit de gemeente speelt daarbij een voorname rol. Interessant is dat dit contact tussen gemeente en kringloopwinkel vaak verliep via een gemeentelijke jobcoach. Deze fungeerde dus als een soort tolk. Het contact via zo’n jobcoach verliep niet altijd goed. Als er dan geen duidelijke andere contactpersoon tussen gemeente en kringloopwinkel in stond, was de contactstructuur minder stabiel en verliep de doorstroom naar een vaste baan eveneens minder voorspoedig. Advies bleek minder relevant voor de doorstroom. Leidinggevenden van kringloopwinkels hadden vooral behoefte aan iemand in de gemeente die niet alleen luistert, maar ook slagkracht heeft over verschillende domeinen, bijvoorbeeld bij vragen rond instroom.
Jobcoaching
Bij jobcoaching speelde vooral het eigen initiatief van de jobcoach een belangrijke rol in het begeleiden van een persoon naar een vaste baan. Vaak waren jobcoaches daarbij betrokken, maar niet altijd. Zo is duidelijkheid over een jobcoach-wissel van belang; niet alle werknemers wisten wie hun jobcoach was (terwijl ze er wel één hadden), onder meer doordat jobcoaches een andere baan hadden gekregen. Voor de leidinggevende in de kringloopwinkel is dan niet altijd meer duidelijk bij welke jobcoach een werknemer hoort.
Loonkostensubsidie
Loonkostensubsidie kan helpen meer personen te ontwikkelen naar werk. Zo kon een kringloopleidinggevende het dubbele aantal mensen aannemen dan zonder loonkostensubsidie mogelijk was geweest. Toch kan de loonwaardemeting binnen de loonkostensubsidie psychologische blokkades opwerpen en een werknemer onzeker maken. Zo voelen zij zich beoordeeld op hun werkzaamheden met een percentage, en ervaren zij soms een verantwoordelijkheid naar hun werkgever om te doen alsof ze slecht presteren, zodat “mijn werkgever minder voor mij hoeft te betalen.” Daarnaast is het feit dat ze in schriftelijke communicatie worden bestempeld als ‘participatiemedewerker’ niet bevorderlijk voor hun zelfbeeld als medewerker op de arbeidsmarkt. Dergelijke subtiele zaken kunnen dus een grote impact hebben.
Ontwikkeling naar een vaste baan: wat zijn de succesfactoren?
Bij verschillende kringloopwinkels verliep de ontwikkeling naar werk succesvol, en konden leidinggevenden werknemers een vaste baan bieden. Doorstroom naar een baan buiten de kringloopwinkel was echter minder vanzelfsprekend. Soms simpelweg omdat de medewerkers het erg naar hun zin hebben in de kringloopwinkel. Toch werd doorstroom naar andere banen wel als belangrijk gezien, omdat zonder uitstroom uit de kringloopwinkel er geen plek is voor instroom van nieuwe medewerkers om te ontwikkelen. Een kringloopwinkel waarbij de ontwikkeling naar een andere werkgever wel erg voorspoedig liep, hanteerde de volgende werkwijze:
- Van begin af aan is het doel iemand binnen zes maanden klaar te stomen voor de arbeidsmarkt.
- De focus ligt op de intrinsieke motivatie en interesse van de werknemer.
- Korte trajecten zijn gestructureerd (gebruikmakend van werkbladen).
- Veel aandacht voor werkgevers en hoe die hun werknemers bejegenen en begeleiden (inclusief werkgeverschap, Harrie-training: een training voor collega-werknemers die helpen bij de begeleiding van werknemers met een extra ondersteuningsbehoefte op de werkvloer).
- Belangrijke voorwaarde: de gemeente biedt nieuwe instroom vanuit de Participatiewet.
Conclusie
De kringloopwinkel bruist. Als sociale onderneming biedt zij ruimte voor ontwikkeling, maar ook een zeer gevarieerd aanbod aan werkvormen, waar werknemers hun passie voor verschillende domeinen kunnen ontdekken – van kleding, logistiek, boeken tot de technische afdeling. Hoewel er nog kansen liggen voor het aanbieden van opleidingen in de kringloopwinkel (iets waar de Branchevereniging Kringloop Nederland mee bezig is), lijkt de kringloopwinkel in grote mate te ondersteunen bij het minderen van arbeidsmarktblokkades. Dit gebeurt doordat mensen ontwikkelen in werknemerscompetenties, zelfverzekerder worden door het werken in verschillende werkvormen, maar ook inclusief werkgeverschap in de kringloopwinkels helpt in de weg naar (vast) werk. Deze functie van de kringloopwinkel is interessant voor gemeenten die nadenken over manieren om hun inwoners te ontwikkelen naar werk, maar ook voor ondernemers in de kringloopbranche.
Om deze ontwikkelpotentie te vertalen in doorstroom naar een vaste baan, blijkt een duidelijke contactstructuur tussen gemeenten en kringloop van belang. Dit, te meer om zo in passende instroom en jobcoaching te voorzien, waar relevant. Als deze structuren goed zijn georganiseerd, kan de kringloopwinkel als sociale onderneming uitblinken in haar potentie, want: met al haar variëteit lijkt de kringloopwinkel een ware katalysator naar de arbeidsmarkt.
Kom naar de conferentie
Interessant onderwerp? Kom dan op 15 januari naar de Miniconferentie Infrastructuur sociaal ontwikkelbedrijven van Berenschot! Daar zal onder anderen Rachel Heijne, directeur van de Branchevereniging Kringloop Nederland samen met mij een workshop geven over kringloopwinkels. Bekijk het volledige programma.