Ondanks alle inspanningen van bedrijven en overheden voor de circulaire economie daalt het materiaalverbruik voor Nederlandse consumptie niet. Sterker nog: in de komende decennia zal het materiaalverbruik fors stijgen.
De gevolgen voor het milieu zijn desastreus en de risico’s zijn groot, want deze materialen komen vooral uit het buitenland en kunnen snel in prijs stijgen, zoals recent met gas en voedsel gebeurde. De volgende crisis komt dus zomaar door toenemend materiaalverbruik. Het roept prangende vragen op. Hoe kan dit? Wat zijn de gevolgen hiervan? En hoe keren we de trend?
Gevolgen van het toenemende materiaalverbruik
Het enorme materiaalverbruik heeft grote consequenties. Volgens het International Resource Panel van de Verenigde Naties wordt 90 procent van het wereldwijde biodiversiteitsverlies en van de wereldwijde waterschaarste veroorzaakt door materiaalwinning. Het wereldwijde biodiversiteitsverlies is nu al dramatisch te noemen. Biologen waarschuwen dat de zesde massale uitstervingsgolf al is begonnen. Dit is niet alleen bedreigend voor tal van plant- en diersoorten, maar ook voor de mens. Denk aan de essentiële bijdrage die bijen leveren aan de land- en tuinbouw. Water is een eerste levensbehoefte. Het behoeft geen uitleg dat toename van de waterschaarste eveneens bedreigend is voor vele diersoorten en mensen.
Daarbij komt dat wij natuurlijk niet de enigen op de wereld zijn. We willen dat er ook materialen beschikbaar zijn voor landen in het mondiale Zuiden die zich nog willen ontwikkelen en voor toekomstige generaties. Ook weten we dat materiaalwinning in het mondiale Zuiden vaak gepaard gaat met ernstige sociale misstanden; denk aan de kobaltwinning in Congo. Ten slotte maakt het grote, toenemende materiaalverbruik onszelf kwetsbaar voor prijsstijgingen, een gevaar dat we in de huidige energiecrisis aan den lijve ervaren. Er is, kortom, alle reden om dit onderwerp zeer serieus te nemen.
Oorzaken van het toenemende materiaalverbruik
Er zijn twee hoofdoorzaken aan te wijzen voor het toenemende materiaalverbruik. De eerste hoofdoorzaak is economische groei. Groei zorgt ervoor dat de materiaalwinst die de technologische vooruitgang oplevert telkens weer ongedaan gemaakt wordt (de Jevons-paradox). De tweede hoofdoorzaak is de energietransitie. Bij de energietransitie hoort een verschuiving van centrale energieopwekking (zoals kolencentrales) naar decentrale energieopwekking (zonnepanelen op vele daken), en decentrale energieopwekking kost veel meer materialen. Ook elektrische voertuigen kosten veel meer materialen dan conventionele voertuigen. Let wel: in de prognose uit de grafiek is rekening gehouden met technologische vooruitgang en met vergaande verspreiding van circulaire productiemethoden. Maar de materiaalwinst die dat oplevert wordt ruim ongedaan gemaakt door groei en door de materiaalhonger als gevolg van de energietransitie.
Hoe keren we de trend?
Wat doen we nu we weten dat de volgende crisis zomaar door toenemend materiaalverbruik komt? We noemen twee belangrijke oplossingsrichtingen. De eerste is om zo snel mogelijk de consumptiegroei te beperken. Met andere woorden: de (beleids)focus verschuiven van groene groei naar postgroei. De tweede is om veel meer in te zetten op materiaalbesparing en op energiebesparing (wat indirect ook leidt tot materiaalbesparing, omdat de energietransitie zoveel materialen vergt).
Bronnen
- International Resource Panel (2019), ‘Global Resources Outlook 2019: Natural Resources for the Future We Want’. ‘Materiaalwinning’ betekent: de winning van metalen, mineralen, fossiele brandstoffen en biomassa (zoals landbouw en bosbouw).
- OESO (2018), ‘Global Material Resources Outlook 2060: Economics Drivers and Environmental Consequences’. Parijs: OESO.