Velen zien de moderne economie als een ‘wonder’ dat vooruitgang bracht. Maar, is dat eigenlijk wel zo? Wat verklaart de vooruitgang? Hoeveel vooruitgang is er nog mogelijk? Kan bijvoorbeeld de inzet van kapitaal, arbeid en technologie de vooruitgang verklaren?
Dat laatste is de stelling van de meeste economen. In hun modellen zijn kapitaal, arbeid en technologie de drie voornaamste factoren die groei en vooruitgang verklaren. Maar er is een cruciale factor waaraan economen in hun modellen decennialang onvoldoende aandacht hebben besteed: natuurlijke hulpbronnen (brandstoffen, metalen, bouwmaterialen, chemicaliën en biomassa). Zonder de massale inzet van deze productiefactor was de economische groei en vooruitgang die sinds 1750 heeft plaatsgevonden fysiek niet mogelijk geweest.
Verklaringen van historische en hedendaagse (economische) vooruitgang
Er zijn twee wetenschappelijke bronnen die dit nieuwe inzicht grondig onderbouwen. Een bron over de rol die natuurlijke hulpbronnen historisch hebben gespeeld bij (economische) vooruitgang is het boek ‘The Great Divergence’ van Kenneth Pomeranz. Volgens Pomeranz zijn niet alleen natuurlijke hulpbronnen een vergeten factor die het economische succes van westerse landen sinds 1750 verklaart, maar ook het kolonialisme.
Een bron over de hedendaagse rol die natuurlijke hulpbronnen spelen bij (economische) vooruitgang is het boek ‘The economic growth engine: How energy and work drive material prosperity’ van Robert Ayres & Benjamin Warr. De onderstaande figuur over de fysieke inputs voor de economische ontwikkeling van de VS komt uit dit boek (p. 73). Zoals blijkt uit dit plaatje zijn fossiele brandstoffen met afstand de belangrijkste fysieke input geweest. De inzet van fossiele brandstoffen in combinatie met de inzet van technologie die ervoor zorgt dat we deze brandstoffen steeds efficiënter gebruiken, verklaart volgens Ayres & Warr grotendeels de ontwikkeling van moderne economieën in de afgelopen eeuw.
Is economische groei in de toekomst (fysiek) mogelijk?
Deze lessen over de economische geschiedenis bieden ook inzichten over onze economische toekomst. Zonder een voortgaande groei van de inzet van natuurlijke hulpbronnen zal het lastig, zo niet fysiek onmogelijk zijn om economische groei voort te zetten. Uiteraard biedt technologische vooruitgang enig potentieel om met minder hulpbronnen meer toegevoegde waarde te creëren. Maar omdat onze economie al door meerdere planetaire grenzen heen is geschoten, is de ruimte om ons uit de milieu- en klimaatcrisis te innoveren beperkt. Zo is in het boek van fysicus Ronald Rovers de inschatting te vinden dat als we de hele economie op zonnecellen willen laten draaien ons totale resterende CO2-budget (om onder de 1,5 graad opwarming te blijven) nodig is om ze te produceren.
Conclusie
De conclusie is daarom dat we de consumptie- en bbp-groei moeten beperken om onze economie binnen planetaire grenzen te brengen. Slechts weinig economen durven die conclusie al te trekken. Uit de geciteerde studies kunnen we afleiden dat deze weigering hoogstwaarschijnlijk voortkomt uit het feit dat economen decennialang onvoldoende aandacht hebben besteed aan de rol van natuurlijke hulpbronnen in de economie. Dat er in de toekomst niet of nauwelijks kwantitatieve groei (consumptie- en bbp-groei) mogelijk is, wil overigens niet zeggen dat er geen kwalitatieve groei (groei van kwaliteit van leven) mogelijk is.
Voor meer informatie over het verschuiven van onze focus van kwantitatieve naar kwalitatieve groei, zie het boek Er is leven na de groei.