Rondetafel werk aan uitvoering | artikel Berenschot

Burgers centraal stellen vereist fundamentele omslag

Artikel
openbaar bestuur werk aan uitvoering

Deel dit artikel

Datum

17 december 2024

Leestijd

3 minuten

“Hoe zetten we de veranderagenda voort in de driehoek van politiek, beleid en uitvoering om burgers centraal te stellen in overheidshandelen? Hoe versnellen we de benodigde verandering? Zo'n dertig sleutelfiguren uit beleid, uitvoering en toezicht gingen hierover met elkaar in gesprek tijdens een rondetafel van Berenschot eind november in Nieuwspoort.

Conclusie: fundamentele verandering is nodig om publieke dienstverleners een sterkere positie te geven ten behoeve van burgers. Drie aanbevelingen kwamen naar voren om hier handen en voeten aan te geven.

  1. Organiseer in juni een week van de versimpeling van wet- en regelgeving.
  2. Benut gegevensuitwisseling tussen dienstverleners waar voordelig voor burgers.
  3. Zet publieke dienstverleners eerder en gelijkwaardig aan tafel.

Rondetafel 'werk aan uitvoering'

Alexandra van Huffelen opende het gesprek vanuit haar ervaring als staatssecretaris en Hans Ouwehand, bestuursvoorzitter CAK, gaf een reflectie vanuit de praktijk.

Christiaan Gort van Berenschot deelde de belangrijkste inzichten uit de eigen handreiking aan het nieuw kabinet. Een fundamenteel andere verhouding is nodig in de driehoek politiek, beleid en uitvoering (publieke dienstverleners en gemeenten): van ‘aan tafel’ naar gelijkwaardigheid tussen beleid en uitvoering.

werk aan uitvoering model

"Ondanks veel inspanningen is het nog onvoldoende gelukt om de burger daadwerkelijk centraal te stellen in het overheidshandelen. De winst is dat de uitvoering nu aan tafel zit bij de beleidsdepartementen en bij de politiek”, zegt Christiaan. “Maar zodra het spannend wordt en besluitvorming plaatsvindt, is dat niet meer het geval. Beeldvorming rondom de minister, macro-economische modellen en risicomijdend gedrag zijn dan bepalend, waardoor de belangen van burgers en de uitvoering ondergeschikt raken.” 


Uit de ronde tafel kwam naar voren dat knelpunten voor burgers onvoldoende aangepakt worden en veranderingen in de uitvoering dreigen vast te lopen. Om die impasse te helpen doorbreken, bespraken we drie aanbevelingen: 

1. Organiseer in juni een week van de versimpeling van wet- en regelgeving

Publieke dienstverleners stellen jaarlijks een stand van de uitvoering op, met daarin knelpunten in de uitvoering. Jaar na jaar is de conclusie dat de benodigde vereenvoudiging van beleid niet lukt en dezelfde knelpunten blijven terugkomen, ook al vergen die doorgaans maar kleine aanpassingen in wet- en regelgeving. In plaats daarvan sneeuwen knelpunten nu onder in de prioritering van beleidsdepartementen, omdat de aandacht uitgaat naar moties en ontwikkelen van nieuw beleid.

De aanbeveling van Berenschot is dan ook: organiseer één keer per jaar een vereenvoudigingsweek voor benodigde kleine aanpassingen in wet- en regelgeving om de dienstverlening aan burgers te verbeteren. In die week maakt de Tweede Kamer ruimte vrij om nota van wijzigingen op bestaande wetten te behandelen. Dit vraagt een jaarlijks proces op de departementen om deze nota van wijzigingen tot stand te brengen, waarbij publieke dienstverleners wijzigingsvoorstellen doen en meeschrijven aan aanpassingen in artikelen vanuit het belang van de uitvoering en burgers. Koppel dit bijvoorbeeld aan het uitbrengen van de Staat van de Uitvoering. Beleg de regie bij het programma Werk aan Uitvoering onder leiding van de minister van Uitvoering, Eddy van Hijum.

2. Benut gegevensuitwisseling tussen dienstverleners waar voordelig voor burgers

Technologie en data moeten meer ingezet worden als enabler voor het verbeteren van publieke dienstverlening aan burgers. Meer en betere gegevensdeling is vooral nodig in de keten tussen publieke dienstverleners, want vaak komen burgers daar in de knel en krijgen ze niet waar ze wel recht op hebben. Data zijn hierin cruciaal, en kunstmatige intelligentie (AI) kan hierin een belangrijke rol spelen. Maak daarbij onderscheid tussen gegevensdeling in het belang én in het nadeel van burgers. Zo wordt in handhaving en terugvordering al veel meer gegevens onderling gedeeld over burgers dan in dienstverlening waar gegevensdeling in het voordeel van burgers uitpakt. Dit moet omgekeerd worden.

Eerder al adviseerde de Staatscommissie rechtsstaat om in algemene wetgeving een grondslag voor gegevensdeling tussen overheidsorganisaties te regelen, ten behoeve van proactief overheidshandelen in het belang van de burger. In de tussentijd moet de bestaande ruimte beter benut worden. Toezichthouders, FG’s en andere juristen zijn namelijk geneigd vooral risicomijdend te adviseren, terwijl er vaak al voldoende juridische grondslag is om onderling gegevens te delen in het belang van burgers.

3. Zet publieke dienstverleners eerder en gelijkwaardig aan tafel

Vanuit verkiezingsprogramma’s en regeerakkoord bestaat het risico op stapeling van toetsen. Naast de huidige uitvoeringstoets betreft dit voorstellen voor een invoeringstoets, staatsrechtelijke toets, subsidiariteitstoets en een regiotoets. In al deze toetsen hebben publieke dienstverleners een belangrijke rol. Nadeel is dat deze toetsen pas plaatsvinden na besluitvorming over de richting van beleid. De uitvoering kan dan hoogstens een beetje bijsturen of op de rem trappen, wat hun meestal niet in dank wordt afgenomen.

Als de uitvoering eerder en gelijkwaardig aan tafel komt, zijn de meeste toetsen niet nodig. Want dan wordt al vanaf het begin rekening gehouden met het belang van burgers en de uitvoerbaarheid van beleid. En sneuvelen deze voorstellen niet als besluitvorming plaatsvindt. Met het beleidskompas hebben departementen reeds een instrument in handen om publieke dienstverleners vroegtijdig te betrekken. Maak daar breed gebruik van.

Blijf op de hoogte van onze laatste inzichten

Meld u aan voor onze nieuwsbrief