ZE-zones: hoe nu verder? | Berenschot artikel

ZE-zones: hoe nu verder?

Artikel
ZE-zones: hoe nu verder?

Deel dit artikel

Datum

07 november 2024

Leestijd

2 minuten

Om de logistieke sector te verduurzamen, werd in het Klimaatakkoord van 2019 afgesproken de transitie naar zero-emissie te versnellen, onder meer door in 2025 middelgrote zero-emissiezones (ZE-zones) in dertig tot veertig grote gemeenten in te voeren. Sindsdien werken gemeenten en de logistieke sector, met steun van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, aan realisatie van deze ZE-zones.

Onafhankelijke toets

Ondanks het feit dat de eerste ZE-zones op 1 januari 2025 worden geïmplementeerd, kwamen er begin 2024 signalen “dat ondernemers en [de Tweede] Kamer minder comfort voelen met de huidige implementatie van de zero-emissiezones voor stadslogistiek”.  Deze signalen waren reden voor de staatssecretaris van IenW om Berenschot te vragen een onafhankelijke toets uit te voeren naar de rol van IenW in dit proces van de afgelopen vijf jaar. Deze toets diende te zorgen “voor een duidelijk en onafhankelijk overzicht van de stand van zaken omtrent de invoering van de zero-emissiezones”.

Rol IenW onder de loep

Bij de toets hebben wij in interviews en een bureaustudie de rol van het Rijk in harmonisatie, governance en communicatie expliciet onder de loep genomen, om terug te kunnen geven wat er is afgerond, wat er nog moet gebeuren en of het voorgenomen tijdpad haalbaar is. Hierna volgen de hoofdconclusies:

  1. De beleidsvorming ten aanzien van ZE-zones is het resultaat van een intensief samenwerkingsproces. IenW, gemeenten en brancheorganisaties hebben zich gericht op consensus en gezamenlijkheid.
  2. De gezamenlijke aanpak heeft geleid tot redelijk, maar complex beleid. De uitlegbaarheid en uitvoerbaarheid zijn daarom een aandachtspunt.
  3. Het ministerie van IenW heeft de taken en verantwoordelijkheden die volgen uit zijn faciliterende rol naar behoren uitgevoerd.
  4. Er is sprake van grotendeels geharmoniseerd beleid.
  5. Er bestaat een discrepantie tussen de huidige rol van IenW en wat stakeholders van IenW verwachten.
  6. Het implementatieproces van het ZE-beleid is te kenmerken als een rijdende trein. Het proces is gebaat bij rust.

Motie rond ondernemers

Enkele maanden na oplevering van onze toets nam een meerderheid van de Tweede Kamer een motie aan om ondernemers voorlopig uit te zonderen van invoering van de ZE-zones tot 2029. Tegelijkertijd hadden enkele gemeenten al aangegeven door te gaan met de invoering van deze zones, ongeacht de uitkomst van de Tweede Kamer. Deze ontwikkeling staat haaks op de rust die wij in onze toets adviseerden.

Uitdagend, maar haalbaar

Uit onze analyse kwam verder het beeld naar voren van een uitdagend, maar haalbaar proces voor implementatie. Belangrijk hierbij is dat met name gemeenten op dit moment aan zet zijn en dat het Rijk regie kan pakken in de communicatie. Wij zijn benieuwd of de Tweede Kamer het belang van de rust zal onderkennen en de landelijke politiek en overheid gezamenlijk met gemeenten optrekken om de invoering van ZE-zones door te voeren. Een alternatief is dat gemeenten zonder steun van het ministerie van IenW doorgaan met een eigen uitvoeringsagenda. Hierin dienen zij zelf de harmonisatie van beleid te waarborgen en tevens de faciliterende rol van IenW op zich te nemen. Ons beeld is dat zij hiertoe in staat zijn, zolang zij dezelfde doelen voor ogen houden en harmonisatie van het beleid de meeste prioriteit krijgt. 

Drie aanbevelingen

Voor een succesvolle implementatie van ZE-zones, met of zonder steun van het Rijk, doen wij de volgende drie aanbevelingen: 1) herijk de governancestructuur, 2) zet in op doelgerichte communicatie en een effectief centraal loket en 3) organiseer bestuurlijke betrokkenheid, zodat gemeenten en andere betrokken partijen zich blijven committeren aan de gezamenlijk vastgestelde kaders.

Blijf op de hoogte van onze laatste inzichten

Meld u aan voor onze nieuwsbrief