De energietransitie waar de landelijke en lokale overheden momenteel vorm aan geven, heeft ook gevolgen voor de rol van de netbeheerder. Hoewel het verzorgen van klantaansluitingen nog steeds tot hun taken behoort, zijn netbeheerders veel proactiever geworden.
Door actief te investeren in netten en in te zetten op duurzame opwek, bouwen ze als het ware mee aan de energietransitie. Omdat veel sectoren, zoals duurzame opwek, duurzame mobiliteit, landbouw en industrie, impact hebben op het elektriciteitsnet, is een integraal energiesysteem van groot belang. Nu worden hiervoor nog allerlei verschillende plannen gemaakt, waarbij partijen vaak zoeken naar separate oplossingen voor separate problemen. Omdat alles echter nauw met elkaar samenhangt, is ook een samenhangende oplossing vereist – over netvlakken (hoogspanning, middenspanning & laagspanning), verschillende planvormingstrajecten (RES, CES, NAL, TVW, etc.) en sectoren heen.
Effectieve stakeholderstrategie
Half september gingen de Klimaattalenten van Berenschot op werkbezoek bij Liander in Duiven. Korte pitches over duurzame opwek, duurzame mobiliteit, warmtetransitie gebouwde omgeving & industrie concretiseerden voor ons wat er op die vlakken momenteel gebeurt, welke impact dat heeft op het energiesysteem en op Liander als netbeheerder. Maar ook: wie de relevante stakeholders zijn en welke planvormingstrajecten een rol spelen. Doel van het werkbezoek was om als klimaattalenten – vanuit onze verschillende achtergronden – per thema mee te denken over een effectieve stakeholderstrategie om de impact op het net zo veel mogelijk te reduceren.
Uiteenlopende ideeën
De brainstorm leverde diverse ideeën op, die varieerden van innovatieve technische tot beleidsmatige oplossingen. Voor duurzame opwek betrof dit onder andere het formuleren van concretere eisen in de RES-en, de inzet van mobiele zonneparken afhankelijk van waar de vraag is, om het elektriciteitsnet te ontlasten, een lobby voor Nederland als ‘windparadijs’, bijvoorbeeld door plekken als Kinderdijk om de weerstand tegen windturbines te verkleinen en het opzetten van een ’netbeheerder experience center’ – een soort museum waarin je meegenomen wordt in de wereld van de netbeheerder (en het probleem dus zelf first-hand kunt ervaren). Voor duurzame mobiliteit liepen de ideeën uiteen van het combineren van snelladers met duurzame opwek, bussen met zonnepanelen en bussen ‘s avonds gebruiken voor energieopslag. Voor warmtetransitie gebouwde omgeving kwamen oplossingen aan bod als een beter isolatieplan met dubbel glas als norm, meer lobby voor een subsidie voor thuisbatterijen en thermische zonnepanelen. Voor industrie ten slotte betrof het een circulaire samenwerking tussen industrieterreinen (een ’industrial symbiosis’) en het promoten van alternatieven voor elektricificatie.
Nader onderzoek
Uiteraard heeft Liander op elk van deze punten ook zelf een strategie ontwikkeld, die nader uitgewerkt is in het ‘Energiesysteem Actieplan’, om samen met stakeholders te werken aan een gezamenlijke strategie. Het mooie was dat de input van ons als klimaattalenten deels overeenkwam met de strategie van Liander, maar dat er ook nieuwe creatieve ideeën tussen zaten! Bijvoorbeeld het inzetten van een ’serious game’ om de impact van duurzame mobiliteit op het elektriciteitsnet te demonstreren. Dit idee gaat Liander ook nader onderzoeken, net als de andere suggesties.