Komen de gaarkeukens en badhuizen terug in de wijk? Misschien wel. Uiteraard in een 2.0 versie, maar het idee om basisvoorzieningen collectief te verzorgen, kan een helpende hand bieden.
Feit is dat afgelopen jaar steeds meer mensen te maken kregen met energiearmoede. Een te slecht geïsoleerde woning (en daar ook geen invloed op kunnen uitoefenen), geen of nauwelijks zeggenschap over het type energiecontract en een te laag inkomen resulteerden in 2021 voor ongeveer 700.000 huishoudens in een te hoge energierekening.
Groot effect
Als gevolg van de oorlog in Oekraïne stijgen niet alleen de energieprijzen steeds verder, hetzelfde geldt voor de voedselprijzen. Naar schatting 600 miljoen mensen – een onthutsend hoog aantal – zijn hierin normaliter afhankelijk van de Oekraïense landbouw. Dat geeft een inkijkje in het effect wanneer deze voedselstroom halveert of zelfs stopt. Ook ons land importeerde vorig jaar voor € 536 miljoen maïs uit Oekraïne – ruim een kwart van de totale import uit Oekraïne naar Nederland . De oorlog heeft mondiaal en dus ook in Nederland een groot effect op de primaire levensbehoeften.
Precaire situatie
Nu produceren we zelf ook een enorme hoeveelheid landbouwproducten, die voor het overgrote deel geëxporteerd worden – in 2021 goed voor € 75,7 miljard. En ook in exportgewicht van vlees is Nederland de grootste: in 2020 werd 3,6 miljard kilo vlees naar het buitenland vervoerd, aldus het CBS. Kortom, als de nood echt aan de man komt, kan Nederland zijn inwoners voeden. Maar tegen welke prijs? En kan iedereen zich die prijs wel veroorloven als twee miljoen mensen in ons land het water nu al aan de lippen staat?
Een precaire situatie, die de onderste trede van de Maslow-piramide raakt: ernstig om te bedenken dat het voor een steeds groter wordende groep Nederlanders intens moeilijk dan wel onhaalbaar is of dreigt te worden om in de meest primaire levensbehoeften te voorzien.
Gezamenlijke oplossing
Afgelopen maanden richtte de aandacht voor het vinden van een oplossing van de energiearmoede zich veelal op de woningcorporaties. Kunnen zij sneller isoleren? Kunnen de huren omlaag? Je kunt je afvragen hoe reëel en probleemoplossend deze vragen zijn, alleen al omdat energiearmoede breder voor komt dan alleen binnen de sociale huur. En daarbij: het probleem wordt breder en daarmee snel groter als ook voeding een issue wordt.
Dus is een gezamenlijke oplossing noodzakelijk. En die gezamenlijkheid begint misschien wel door het onderwerp nog meer open op tafel te leggen. Omdat schaamte het vragen om hulp bij armoede toch in de weg zal blijven staan, is het voor gemeenten ook zaak om de huishoudens te identificeren waar financiële en schuldenproblemen gepaard gaan met slecht geïsoleerde huisvesting. Dat kan ook vrij gemakkelijk met behulp van publieke data.
Daarnaast is kennisuitwisseling over aanpakken op dit onderwerp relevant zodat er tempo gemaakt kan worden voor verbetering. Zo werken we vanuit Berenschot namens ministerie BZK aan kennisdeling tussen gemeenten in een Community of Practice energiearmoede. Ook is het nodig naar nieuwe oplossingen te kijken door andere samenwerkingen tussen partijen te laten ontstaan. Een methode die we als Berenschot daarvoor met veel succes eerder hebben gebruikt is de ‘Alliantiefabriek’.
Snel maatregelen
Een verwondervraag die ik iemand hoorde stellen: ‘Gaan we supermarktketens ook vragen of zij meer goedkope en voedingsrijke producten willen gaan verkopen? En of hun winstmarge wat omlaag kan?’ Het is een idee. Want bijzondere tijden vragen om bijzondere oplossingen. En wat kunnen we op de langere termijn doen tegen groeiende ongelijkheid en armoede? In elk geval zijn de komende maanden snel in te zetten domein- en sectoroverstijgende maatregelen vereist.
Alleen op die manier kunnen we ervoor zorgen dat mensen een waardig bestaan (blijven) leven, schoon en gevoed de dag doorkomen en dat kinderen voldoende eten om te blijven leren op school. Schoolmaaltijden, collectieve maaltijdaanbiedingen zoals Resto VanHarte, gratis zwembadbezoeken. Zomaar een greep uit de opties voor de 2.0 versie van de oude gaarkeuken en het badhuis. Het moet misschien wel – en hopelijk maar voor even.