Verduurzaming en de energietransitie staan momenteel overal in Nederland hoog op de agenda. Zo ook in de gemeente Soest, die haar inwoners ondersteunt bij initiatieven in het kader van de energie- en warmtetransitie. Maar hoe laat je als gemeente duizend bloemen bloeien en ga je tegelijkertijd verantwoord om met middelen en capaciteit? Om dat vraagstuk helder te krijgen, deed de gemeente een beroep op Berenschot.
De gemeente Soest, met de kernen Soest en Soestduinen, is een lintdorp met zo’n 45.000 inwoners. Vanuit het energieprogramma ondersteunt de gemeente burgerinitiatieven op het vlak van verduurzaming, met warmtetransitie als belangrijkste pijler: collectieve isolatie, kleine warmtenetten en opwek. “Ingewikkelde vraagstukken en een ingewikkelde route, omdat je als gemeente steeds een andere pet op hebt. Simpel gezegd, je wilt duizend bloemen laten bloeien, wetende dat slechts enkele het waarschijnlijk gaan redden vanwege alle obstakels onderweg’, zegt Lize Beekman, programmamanager energie bij de gemeente Soest.
Praktische hobbels
In de praktijk blijkt het lastig tijd en geld optimaal te verdelen over kleine initiatieven met beperkte impact en een geringer aantal met veel impact. Daarnaast spelen allerlei technische vraagstukken: is er een warmtebron, is die aan te sluiten op het leidingnet, krijg je als gemeente de financiering daarvoor rond, krijg je voldoende inwoners mee, krijgen die hun investering eruit? ‘Geen eenvoudige vragen. Inwoners raakten geïrriteerd omdat het lang duurde voor ze antwoord kregen en intern hadden ambtenaren moeite dat ze zoveel tijd moesten besteden aan relatief kleine vraagstukken, schetst Beekman. ‘Bovendien willen we als gemeente onze middelen en mensen op een verantwoorde manier inzetten.’
Onze inwoners zijn heel gedreven, maar weten niet altijd waar je als gemeente zoal voor staat. Dankzij die sessies krijgen we een beter verhaal en kunnen we beter in gesprek.
- Lize Beekman, programmamanager energie, gemeente Soest
Steviger basis
Vanuit de overtuiging dat het beter kon en om als gemeente initiatiefnemers zo goed mogelijk te faciliteren, nam Beekman contact op met Berenschot. ‘Ik ken Berenschot natuurlijk uit overheidsperspectief. Het mooie aan dit adviesbureau is dat ze verschillende expertises in huis hebben en vaak worden ingeroepen als het ingewikkeld wordt. Daarom leek het me een goede partij om ons hierbij te ondersteunen.’ Eva de Ruiter, managing consultant bij Berenschot, hielp het vraagstuk scherp te krijgen. ‘Zij dwong ons de pijnpunten te analyseren en bevroeg ons op aannames. We hebben een grotere stap teruggezet dan ik van plan was, maar wel met een steviger basis als resultaat.’
Hulpniveaus
De aanpak van Berenschot bestond uit twee sessies met medewerkers van de afdelingen inkoop, juridische zaken, financieel en communicatie, een strategisch adviseur van het college plus Beekmans eigen team. ‘Dat bood ons de ruimte om met elkaar te sparren over mogelijke aanpakken. Berenschot dacht met ons mee en heeft kennis binnengebracht en voor ons hapklaar gemaakt’, vertelt Beekman. ‘Eva deed de suggestie om met hulpniveaus te gaan werken en per vraag te bepalen wat iemand van ons als gemeente nodig heeft. Want een inwoner die iets wil weten over een warmtepomp heeft andere behoeften dan een inwoner die een warmtenet wil aanleggen. Dat maakte het voor ons heel overzichtelijk.’
Meer begrip
Terugkijkend noemt Beekman de sessies waardevol. “Onze inwoners zijn heel gedreven, maar weten niet altijd waar je als gemeente zoal voor staat. Dankzij die sessies krijgen we een beter verhaal en kunnen we beter in gesprek”, zegt ze. “Dat leidde tot meer begrip bij inwoners en een prettiger gesprek, waardoor je veel meer komt tot echt samenwerken. Door deze sessies verlopen de gesprekken met maatschappelijk partners – de energiecoöperatie en de energievrijwilligersgroep – veel beter. Verder hebben we hierdoor ook onze eigen collega’s kunnen aanhaken bij wat wij doen met het Energieprogramma. Dat verbindt ook intern.”
Nadere invulling
Inmiddels heeft Beekman de sessies laten landen in het aanstaande nieuwe energieprogramma. “Ook hebben we de uitkomsten besproken met onze maatschappelijke partners. Zij zijn eveneens enthousiast over de voorgestelde aanpak en werken hiervoor zaken uit”, vertelt ze. “Om het als gemeente verder te brengen, zijn nog slagen nodig. Denk aan de specifieke invulling van de hulpniveaus, afwegingspaden en financiering. Kortom, alles wat nodig is om goed beslagen ten ijs te komen voor het opzetten van een plek waar inwoners met hun vragen terechtkunnen.”