De provincie Utrecht is koploper als het gaat om de monitoring van de transitie naar een circulaire economie, maar dit is nog erg lastig. Ook de Utrechtse gemeenten stoeien met monitoring.
De provincie wilde graag weten hoe het beleid van de individuele Utrechtse gemeenten er in de praktijk uitziet en wat hun monitoringsbehoefte is. Om vervolgens te kunnen bepalen hoe zij de gemeenten kan ondersteunen en hoe ze samen in deze opgave kunnen optrekken. Berenschot werd door de provincie gevraagd deze verkenning te doen.
Voortgang transitie meten en monitoren
Jenny May, programmamanager Circulaire Samenleving, was vanuit de provincie Utrecht betrokken bij het inventarisatietraject: ‘We zien dat gemeenten stoeien met het monitoren van de circulaire transitie. Dat is goed verklaarbaar. Circulariteit is een complex onderwerp. Het gaat overal over. Kies dan maar eens wat je wilt weten en hoe je dat gaat meten. Bovendien zijn (nog) niet alle indicatoren meetbaar. Je kunt bijvoorbeeld niet meten hoeveel procent circulair je bent. Terwijl je dat met zijn allen het liefste zou willen. Wat ga je dan wél meten om inzicht te krijgen? Het is super ingewikkeld maar toch willen gezamenlijk stappen zetten.’
In dit kader wilde de provincie Utrecht weten hoe gemeenten het circulaire-economiebeleid hebben ingestoken en wat daarin hun monitoringsbehoefte is. Jenny May: ‘Omdat Berenschot verstand heeft van beleidsvorming en de transitie naar een circulaire economie hebben we hen gevraagd deze opdracht op te pakken. De adviseurs hebben de gesprekken met de individuele gemeenten op een deskundige manier gevoerd. Ze hebben ons uitstekend meegenomen in de analytische slag die zij maakten op de opgehaalde informatie. Tijdens het proces zochten ze steeds actief de afstemming en waren ze transparant in wat ze wanneer zouden opleveren. Dat gaf veel vertrouwen.’
Door dit onderzoek is er energie ontstaan op het onderwerp gezamenlijk monitoren en hebben we een beeld gekregen van het type vervolgstappen dat we kunnen nemen.’
Jenny May, projectleider Stedelijke Leefomgeving provincie Utrecht
Monitoringsbehoefte gemeenten
Berenschot schreef een inventarisatierapport. Daarin staat hoe het beleid er bij gemeenten uitziet, hoe het georganiseerd is en wat de gemeenschappelijke delers zijn qua monitoring, dus waar behoefte aan is. Dat hebben ze uitgewerkt in vier verschillende samenwerkscenario’s tussen de provincie en gemeenten, met daarin praktische handvatten. De scenario’s zijn besproken tijdens een gezamenlijke bijeenkomst van provincie en gemeenten.
Jenny May: ‘Het was een hartstikke leuke, goed bezochte energieke bijeenkomst waar iedereen heel blij van werd. We hebben daar geconstateerd dat het een mengeling van scenario's moet worden. Op basis daarvan hebben wij als provincie aan de gemeenten een voorstel gedaan van wat wij kunnen oppakken, met een aantal vragen daarbij aan gemeenten. Daarop hebben we inmiddels antwoord gekregen. Dat betekent dat we nu heel concreet weten wat we gaan oppakken met de gemeenten samen als het gaat om de monitoring op de transitie naar een circulaire economie.’
De vier samenwerkscenario’s zijn breed gedragen routes om zicht te krijgen op een circulaire economie. Hiermee zet niet de provincie niet alleen extra stappen op monitoring, maar doen zij dat samen met de Utrechtse gemeenten.
Robert van der Linden, Adviseur circulaire economie Berenschot