De focus van de directie Democratie en Bestuur van het ministerie van BZK ligt op het beschermen en vernieuwen van de democratische rechtstaat in Nederland. Om gerichter en effectiever te werken en zo meer impact te creëren, werd in samenwerking met Berenschot een zestal programmalijnen gedefinieerd: meerstemmige democratie en weerbaar publiek debat, weerbaar bestuur, weerbare verkiezingen, weerbare politieke partijen, weerbare rechtstaat, en kennis en monitoring.
Gezamenlijke analyse en aanpak
Om die programmatische aanpak nader vorm te geven, werd Berenschot gevraagd een leerwerktraject opgavegericht werken te verzorgen. “Eerder keken we ieder vanuit ons eigen perspectief – politieke partijen, participatie, verkiezingen, etc. – naar de opgaven rond een democratische rechtstaat. We wilden graag komen tot een meer gezamenlijke analyse van de zorgpunten en een gezamenlijke aanpak”, zegt Arne Bartelsman, coördinator van het team Politieke partijen bij de directie Democratie en Bestuur.
Het zijn kundige, betrokken mensen die inhoudelijk geïnteresseerd zijn in ons werk. En zich tegelijkertijd ook kritisch, scherp en bevragend opstellen, waarom we dingen doen zoals we ze doen.
- Arne Bartelsman, coördinator van het team Politieke partijen bij de directie Democratie en Bestuur
Toepassen op eigen programmalijn
In het leerwerktraject gingen de programmateams in zes thematische bijeenkomsten van elk één dagdeel steeds met één facet van opgavegericht werken aan de slag, om vervolgens de stap te zetten naar uitwerking van de eigen programmatische lijn. “Teams kregen theorie en moesten die vervolgens in een opdracht toepassen op de eigen programmalijn. Berenschot gaf hier feedback op, las ook inhoudelijk mee met de stukken en stelde relevante vragen op basis waarvan de teams verder gingen”, schetst Claartje Brons, plaatsvervangend afdelingshoofd bij directie Democratie en Bestuur. “Zo werd programmatisch en opgavegericht werken geïnternaliseerd binnen de teams en werden tegelijkertijd de programmalijnen inhoudelijk en doordacht ingevuld.” De doorlooptijd van het traject bedroeg in totaal drie maanden.
Meer verbindingen
Terugkijkend stelt Brons dat met name meer verbindingen zijn aangebracht binnen de directie. “Er ontstond ruimte om met elkaar het gesprek te voeren over hoe de uitdagingen in diverse taakvelden van democratie zich tot elkaar verhouden, wat we missen, waar mogelijkheden liggen”, zegt ze. “Ook hebben we een gezamenlijke vocabulaire ontwikkeld en zijn raakvlakken tussen verschillende teams meer in het licht komen te staan. Bijvoorbeeld meedoen in democratie, uitdagingen rond democratisch burgerschap en in hoeverre die samenhangen met hedendaagse dreigingen die onze democratie onder druk zetten, zoals nieuwe technologieën en desinformatie. Daar hebben we interessante gesprekken over gevoerd en handvatten voor gekregen om beleid aan te scherpen.”
Gericht op de werkpraktijk
Bartelsman onderschrijft dit. “Zelf ben ik op een andere manier gaan kijken naar hoe je met bepaalde opgaven kunt omgaan. Bijvoorbeeld door na te denken over diverse interventiemethoden maar ook hoe je het persoonlijk zo kunt organiseren dat je daadwerkelijk vooruitgang boekt”, vertelt hij. “Het leerwerktraject heeft hier sterk aan bijgedragen dankzij de combinatie van leren hoe je meer programmatisch te werk kunt gaan én met je directe collega’s praten over de opgave en hoe je die moet aanpakken. Hierdoor was het meteen heel erg gericht op onze werkpraktijk.” Ook Brons is te spreken over de begeleiding on-the-job. “Dat hielp collega’s echt om meer programmatisch na te denken over doelen en resultaten, en concreet te beschrijven wat ze willen opleveren. Hoe realistisch zijn je doelen, zet je het beschikbare instrumentarium wel volledig in? Zeker veel beginnende beleidsmedewerkers heeft dit hun ogen wat meer geopend.”
Kritische blik
De toegevoegde waarde van Berenschot lag dan ook in het overbrengen van de kennis van programmatisch werken en het schetsen van het beschikbare instrumentarium, stelt Brons. “Dat bood een systematisch overzicht en voor veel mensen leidde het ook tot bewustwording vanuit welke school ze denken en vanuit welke optiek ze naar thema’s kijken.” Bartelsman noemt de samenwerking met Berenschot goed en prettig. “Het zijn kundige, betrokken mensen die inhoudelijk geïnteresseerd zijn in ons werk. En zich tegelijkertijd ook kritisch, scherp en bevragend opstellen, waarom we dingen doen zoals we ze doen.” Inmiddels heeft de directie Versterking Democratie & Bestuur een programmaleider aangetrokken om programmatisch werken verder uit te werken en door te zetten op basis van de eerder geformuleerde programmalijnen.