In 2022 gaat de nieuwe inburgeringswet in. Met de invoering van deze wet worden gemeenten onder andere verantwoordelijk voor het tijdig en passend organiseren van een inburgeringsaanbod voor inburgeringsplichtige asielmigranten. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) wil de komende jaren de (prijs)ontwikkelingen in de markt - die ontstaat door de gemeentelijke inkoop van taaltrajecten - monitoren. Zij vroeg Berenschot vooronderzoek te doen naar de mogelijke vormgeving van een dergelijke monitor van (prijs)ontwikkelingen in deze markt.
Ervaringen uit het verleden
Belangrijke randvoorwaarde was dat de uitkomsten van dit kwalitatieve onderzoek moesten kunnen rekenen op consensus onder stakeholders over de haalbaarheid van de monitor. Daarom haalden wij bij hen ervaringen en beelden op om te komen tot de contouren van een eventuele monitor. Onze adviseurs bevroegen in een tijdsbestek van twaalf weken een groot aantal partijen uit het (toekomstige) werkveld, zoals individuele taalaanbieders, individuele gemeenten, betrokken brancheorganisaties (MBO Raad, VNG, Divosa, BVNT2) en overige betrokken stakeholders (DUO en de kwaliteitsorganisatie Blik op Werk). Hierbij hanteerden we een zogenaamde ‘mixed methods’-aanpak, bestaande uit deskresearch, individuele interviews en werksessies.
‘Early warning’ monitor
Een beperkte monitor, dat is wat ons betreft de beste optie, mocht SZW besluiten de markt voor taaltrajecten voor inburgeraars via een monitor te gaan volgen. Beperkt in de zin dat deze monitor bestaat uit een beperkte set indicatoren die iets zeggen over prijsontwikkelingen, continuïteit van aanbieders, kwaliteit en dekking van het aanbod. Een set indicatoren die kunnen dienen als een ‘early warning’ op macroniveau. Wanneer zich hierop zorgelijke ontwikkelingen lijken voor te doen, zou SZW kunnen besluiten nader onderzoek te doen naar de onderliggende factoren. Het voordeel van deze werkwijze met een beperkte monitor aan de voorkant is dat SZW hiermee onnodige (administratieve) onderzoekbelasting voor het werkveld voorkomt.
Monitor als lerende omgeving
Helaas is het vooraf niet mogelijk de ontwikkeling op de factoren te normeren en te benoemen wanneer er aanleiding is om nader onderzoek te doen. Daarom adviseerden wij SZW in ons rapport om de monitor in te richten als lerende omgeving, met de eerste meting als referentiepunt. Op het moment dat er zich bij latere metingen substantiële afwijkingen voordoen, kan daar nader onderzoek naar worden gedaan en al dan niet maatregelen worden getroffen.
Aanvullend op de monitor zou SZW in de komende jaren een vaste representatieve groep gemeenten actief kunnen gaan volgen op hun inkoop van taaltrajecten voor asielmigranten. Dit levert inzicht op in de keuzes die gemeenten (gaan) maken met betrekking tot hun inkoop van taaltrajecten.