Met het oog op een nieuwe concessie voor het hoofdrailnet vanaf 2025 heeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat onderzoek laten doen naar de toekomstige marktordeningsopties op het spoor. In opdracht van het ministerie onderzocht Berenschot de mogelijke scenario’s voor het vervoer over de HSL-Zuid.
Centrale vragen: wat zijn de realistische marktordeningsopties voor het binnenlands en internationaal personenvervoer over de HSL-Zuid en wat zijn daarvan de effecten? Op 11 juni zijn de resultaten gedeeld met de Tweede Kamer.
Uit het onderzoek van Berenschot blijkt dat het onderbrengen van het binnenlands vervoer over de HSL-Zuid in de hoofdrailnetconcessie zorgt voor maximale benutting van de capaciteit. “Vanuit reizigers- en netwerkperspectief functioneren de binnenlandse HSL-Zuid vervoersdiensten (waaronder IC direct) als integraal onderdeel van het landelijke spoorwegnet. Het apart aanbesteden van deze diensten leidt tot een minder samenhangend netwerk voor de reiziger en onzekerheid over de optimale benutting van de infrastructuur”, verklaart Menno Olman, associé van Berenschot.
Daarnaast stelt Berenschot dat voor zowel het interregionaal grensoverschrijdend vervoer (Nederland-België) als het internationaal langeafstandsvervoer (naar bijvoorbeeld Londen en Parijs) ruimte voor concurrentie bestaat. “Er is sprake van een grote en groeiende vraag en er zijn meerdere geïnteresseerde vervoerders. Vanuit reizigersperspectief lijkt met name het internationaal langeafstandsvervoer het meest gebaat bij vervoerders die in concurrentie met elkaar diensten ontwikkelen”, zegt Olman.
Stientje van Veldhoven, staatssecretaris van IenW, neemt beide bevindingen over. De binnenlandse HSL-diensten blijven onderdeel van het hoofdrailnet en om het potentieel van internationaal spoorvervoer ten volle te benutten ziet de staatssecretaris kansen om de internationale verbindingen geheel of gedeeltelijk door open toegang vervoerders te laten uitvoeren.