Kaders betaalbaarheid warmtetransitie voor VNG | Berenschot nieuws

Kaders betaalbaarheid warmtetransitie voor VNG

Nieuws
Kaders betaalbaarheid warmtetransitie voor VNG

Deel dit nieuwsartikel

Datum

17 december 2024

Leestijd

1 minuut

In opdracht van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG ) heeft Berenschot onderzocht hoe betaalbaarheid binnen de warmtetransitie kan worden gedefinieerd. Hiertoe zijn aan de hand van een kwalitatieve en kwantitatieve analyse vier kaders voor betaalbaarheid gewaardeerd en vergeleken.

Met de komst van de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw) wordt het voor gemeenten steeds belangrijker om betaalbaarheid van aardgasvrije alternatieven inzichtelijk te maken. Gemeenten mogen de in de wet genoemde aanwijsbevoegdheid om buurten verplicht van het aardgas af te halen namelijk alleen inzetten als zij kunnen aantonen dat dit betaalbaar is. De vier kaders die Berenschot heeft onderzocht, helpen daarbij. Deze kaders zijn gebaseerd op woonlastenneutraliteit, terugverdientijd op basis van de levensduur, percentage van het besteedbaar inkomen en mate van instemming.

Verschillende waarderingen

De kaders woonlastenneutraal en terugverdientijd lijken op elkaar, maar kennen verschillende waarderingen in onder andere uitlegbaarheid en robuustheid. De kaders percentage besteedbaar inkomen en mate van instemming worden minder goed gewaardeerd op toetsbaarheid en transparantie, en op draagvlak. “Geen enkel kader komt op alle onderdelen als doorslaggevend beter naar voren dan de andere kaders”, zegt Rutger Bianchi, managing consultant bij Berenschot. “Uit de financiële doorrekening van de kadervarianten blijken er verder grote verschillen te bestaan tussen eigenaar-bewoners en huurders. Dit wordt veroorzaakt door de financiële verhoudingen tussen huurders en verhuurders.”

Eindgebruikerskostenmodel

Het onderzoek combineert kwantitatieve en kwalitatieve methoden. Kadervarianten zijn geïnventariseerd en geëvalueerd via expertinterviews en klankbordgroepen. Praktische toepasbaarheid is kwalitatief onderzocht, terwijl een financieel model de betaalbaarheid van drie varianten heeft doorgerekend in een botsproef op basis van voorbeeldbuurten. Bianchi: “Hiervoor hebben we tevens een speciaal eindgebruikerskostenmodel ontwikkeld, waarin wordt gekeken naar de verwachte ontwikkeling van kosten in de tijd. De gevoeligheidsanalyse laat zien dat de toepassing van kaders voor betaalbaarheid altijd beïnvloed wordt door aannames en onzekerheden, zoals de kostenontwikkeling dan wel lokale omstandigheden.”

De vier kaders zullen vertaald worden in instructieregels voor betaalbaarheid in het Bgiw  , die de richtlijnen vormen waarop gemeenten betaalbaarheid moeten toetsen bij gebruik van de aanwijsbevoegdheid.

Blijf op de hoogte van onze laatste inzichten

Meld u aan voor onze nieuwsbrief