Op verzoek van en in nauwe samenwerking met de Ketentafel Popmusici van het Platform ACCT heeft Berenschot een analyse uitgevoerd van de inkomsten van popmuzikanten uit liveoptredens.
Belangrijkste conclusie is dat de daadwerkelijke inkomsten maar één derde zijn van het sociaal minimum en maar één vierde van fair-pay beloning. Vandaag neemt staatssecretaris van Cultuur & Media Gunay Uslu tijdens het popfestival Eurosonic Noorderslag in Groningen het rapport in ontvangst en gaan leden van de Ketentafel met de popsector in gesprek hierover.
De analyse had betrekking op popmuzikanten met een redelijke staat van dienst, waarbij het jaarlijks gaat om 8.000 optredens in kleine zalen en voorprogramma’s van grote zalen. Als bandleden voor dergelijke optredens in fase 1 en 2 van hun carrière (beginnende fanbase respectievelijk meer naamsbekendheid bij het grotere publiek) een fair-pay beloning zouden krijgen, is daarvoor € 7,8 miljoen per jaar méér nodig. “Dit geld is niet op te brengen binnen de popsector zelf of uit hogere publieksinkomsten. Zonder extra inkomensondersteuning of financiële impulsen voor de popsector is fair pay voor de meeste popmuzikanten onhaalbaar”, stelt Bastiaan Vinkenburg, adviseur en sectorleider Kunst en Cultuur bij Berenschot.
