Netbeheer Nederland heeft, ondersteund door Berenschot en Kalavasta, de vier integrale klimaatneutrale toekomstscenario’s voor het Nederlandse energiesysteem in 2050 geactualiseerd. De uitkomsten laten een flinke elektrificatie zien, noodzaak voor opschaling van flexibiliteitsmiddelen en een rol voor klimaatneutrale waterstof als grondstof en back-up.
Mogelijke transitiepaden
Conform afspraken in het Klimaatakkoord voeren de gezamenlijke netbedrijven periodiek korte (IP2024) en lange (II3050) integrale infrastructuurverkenningen uit. Door middel van deze scenariostudies schetsen ze een beeld van de mogelijke transitiepaden om tot een klimaatneutraal energiesysteem te komen. Aanleg van de energie-infrastructuur kent een lange aanlooptijd, onder meer vanwege afstemming over ontwikkeling van vraag en aanbod, tracébesluiten en vergunningstrajecten. Elektriciteitskabels, het (regionale) waterstofnet en andere energie-infrastructuur moeten bovendien vele jaren mee gaan; ook in de (onzekere) toekomst willen netbeheerders leveringszekerheid kunnen garanderen.
Om deze veranderingen het hoofd te bieden, hebben de netbeheerders met de andere partijen in het Klimaatakkoord afgesproken om een integrale infrastructuurverkenning 2030-2050 uit te voeren. De eerste editie hiervan is door Berenschot en Kalavasta opgesteld. In de loop van 2022 en 2023 is deze studie geüpdatet, met onder meer een verkenning naar omschakeling van het flexibel regelvermogen van aardgas naar waterstof.
Elektrificatie en duurzame gassen
De scenario’s tonen vier beelden van Nederland, die van elkaar verschillen met betrekking tot het schaalniveau waarop de sturing van de energietransitie vooral plaatsvindt: decentraal, nationaal, Europees of internationaal, en hoe burgers en bedrijven daar op reageren. Alle scenario’s gaan uit van een grootschalig aanbod aan duurzame elektriciteit, vooral wind- en zonne-energie. De uitkomsten laten een flinke elektrificatie zien, noodzaak voor opschaling van flexibiliteitsmiddelen en een rol voor klimaatneutrale waterstof als grondstof en back-up. Dit wordt afhankelijk van het scenario aangevuld met duurzame warmte, groen gas en CCS, import van waterstof, biomassa of nog meer elektrificatie.
Speelveld
De scenario’s zijn niet bedoeld als keuzes, maar geven mogelijke ontwikkelingsrichtingen aan. De korte- en langetermijnscenario’s hebben echter gemeen dat een forse opschaling van totaalvolume aan infrastructuur noodzakelijk is. Afhankelijk van keuzes in binnen- en buitenland en technologische ontwikkelingen zal duidelijker worden waar en wanneer wat nodig is.
De update van II3050 laat verder zien dat er noodzaak is voor snelle opschaling van flexibiliteitsmiddelen en opslag van duurzame gassen om het sterk geëlektrificeerde energiesysteem te kunnen balanceren. Opwek uit zon en wind is namelijk zeer weersafhankelijk. Verder toont de studie aan welk ruimtebeslag nodig is en wordt een oproep gedaan aan alle overheidslagen om tijdig benodigde ruimte te reserveren, bijvoorbeeld voor het plaatsen van nieuwe transformatorhuisjes.
Regelbaar vermogen 2035
Berenschot heeft samen met TNO locaties met regelbaar vermogen in 2035 geanalyseerd en daarbij ingeschat welke gascentrales technisch gezien het meest kansrijk zijn voor ombouw tot waterstofcentrale. Uit deze analyse blijkt dat 58% van de huidige gascentrales en ook 58% van het volume aan regelbaar vermogen goed om te bouwen is. Technisch haalbaar betekent niet dat het economisch haalbaar is. Daarvoor spelen vele andere factoren een rol, die niet onderzocht zijn. De resultaten uit deze analyse zijn verwerkt in de update van de II3050.