Stijgende energieprijzen, veranderende marktordening, nieuwe technologische ontwikkelingen en de nieuwe landelijke subsidies en normen zorgen voor verandering in de warmtemarkt. In opmaat naar een herijking van de warmtevisie is Berenschot gevraagd door de gemeente Nijmegen om de huidige inzet in warmtenetontwikkeling te toetsen vanuit het perspectief van deze veranderende warmtemarkt.
Op koers
Voor deze expertreview hebben we gebruik gemaakt van deskresearch, interne bronnen binnen de gemeente Nijmegen, enkele interviews en eigen kennis en data. Daaruit blijkt dat de gemeente Nijmegen op koers ligt om de stad energieneutraler te maken. Inzetten op de ontwikkeling van warmtenetten om zo een groot deel van de gebouwde omgeving te verduurzamen, blijft daarin een verstandige keuze. We hebben de gemeente dan ook geadviseerd te blijven sturen op de ontwikkeling van midden- en lagetemperatuurwarmtenetten. Hierbij onderscheiden we vijf typen gebiedsgerichte opgaven voor de warmtenetontwikkeling, wat een gebiedsgerichte benadering vraagt van de gemeente Nijmegen.
Gestegen legitimatie
Een andere uitkomst is dat de legitimatie om als gemeente meer te gaan sturen in de warmtenetontwikkeling en ‑exploitatie is ook gestegen. Verhoudingen in de warmtemarkt zijn hierdoor in beweging, waardoor nieuwe partnerships met netwerkbedrijven, private marktpartijen en provincies ontstaan. Wij hebben zes varianten geschetst van een mogelijk publiek warmtebedrijf op gemeentelijk niveau. Vervolgstap voor de gemeente Nijmegen is om per gebiedsopgave een voorkeursvariant te kiezen en te bepalen in welke mate de gemeente Nijmegen wil en kan sturen.
Juiste randvoorwaarden
Naast de warmtenetontwikkeling (collectieve route) hebben we verder gekeken naar de individuele route die woning- en gebouweigenaren kunnen doorlopen om te verduurzamen. Die individuele route is interessant geworden, onder andere vanwege de gestegen energieprijzen en de veranderende landelijke subsidieregimes. De gemeente Nijmegen kan hier door middel van een isolatieprogramma de juiste randvoorwaarden scheppen om over te gaan op alternatieven voor aardgas.