Als gedreven socioloog zet ik mij graag in voor vraagstukken in het brede jeugddomein. Opdrachten waar ik mij op toeleg spelen zich veelal af binnen de domeinen van onderwijs, kinderopvang en jeugdhulp. Ik geloof dat door te investeren in de jeugd, wij investeren in onze toekomst als maatschappij. Het is mijn persoonlijke ambitie om eraan bij te dragen dat iedere jeugdige in Nederland fijn en veilig kan opgroeien en zich optimaal kan ontwikkelen. Ik vind het bijzonder hoe ik vanuit mijn rol als adviseur bij Berenschot steeds vanuit een anders perspectief aan mijn doelstelling kan werken.
Naast advies werk ik graag aan onderzoeksprojecten. Ik krijg energie van het puzzelen met data en de rijke context van een interview. Doormiddel van zowel kwalitatief als kwantitatief onderzoek geef ik opdrachtgevers graag inzichten en duiding in complexe vraagstukken.
In mijn werk ben ik toegewijd en doelgericht, ik ben altijd bereid om die extra stap te doen om tot het optimale eindresultaat te komen. Daarnaast krijg ik energie uit samenwerking met anderen, ik ben communicatief zeer vaardig en heb een goed gevoel voor onderliggende belangen en verhoudingen.
In opdracht van het Ministerie van VWS – en in samenwerking en samenspraak met de ministeries van OCW en SZW – onderzocht Berenschot de druk op de keten van kinderopvang, onderwijs en zorg, en de trends en factoren die hieraan ten grondslag liggen. Conclusie is dat de druk op de keten van kinderopvang, onderwijs en zorg in de periode 2016-2019 is toegenomen. De bezettingsgraad is hoog, er zijn substantiële wachtlijsten: de rek is uit de keten.
In 2021 is het aantal kinderen in de leeftijd van 0-13 jaar dat een vorm van kinderopvang bezocht weer toegenomen ten opzichte van 2019 (voor corona). Wat weten we over de opvang die deze kinderen krijgen? Hoe ziet het aanbod en gebruik van kinderopvang eruit? Hoe goed is de Nederlandse kinderopvang? En welke kosten zijn ermee gemoeid? In een tweede editie van het kennisdossier Kinderopvang in beeld presenteert Berenschot een actueel overzicht van de stand van zaken van de Nederlandse kinderopvang.
Tijdens de coronapandemie kregen onderwijsinstellingen in het mbo, hbo en wo ruimte om, waar nodig, af te wijken van de vigerende wet- en regelgeving om het onderwijs zo goed als mogelijk door te laten gaan. In opdracht van het Ministerie van OCW onderzocht Berenschot wat het effect was van dergelijke maatregelen en afspraken, vastgelegd in servicedocumenten voor mbo en hoger onderwijs. Daarnaast is onderzocht in hoeverre het wenselijk is om dergelijke maatregelen en afspraken ook buiten coronatijd te behouden. Begin juni heeft de minister deze evaluatie aangeboden aan de Tweede Kamer.