Mijn missie is om onze leefomgeving in Nederland duurzamer en leefbaarder te maken. Op dit moment zie ik de energietransitie als een van de belangrijkste, zo niet dé belangrijkste, opgave in de fysieke omgeving. Bij Berenschot krijg ik – via uitdagende projecten voor publieke partijen in Nederland - de kans om daadwerkelijk een duurzame impact te maken op onze leefomgeving. Daar krijg ik veel energie van!
Mijn klanten beschrijven mij als doelgericht, energiek en initiatiefrijk. Ik heb een open houding, waardoor ik goed kan schakelen tussen verschillende disciplines en de verbinding kan leggen tussen verschillende type mensen. Dit doe ik zowel op operationeel als strategisch niveau. De rol als ‘spin in het web’, tussen samenwerkende partijen, is mij op het lijf geschreven. Met mijn efficiënte en open manier van (samen)werken zorg ik voor versnelling en energie om samen met mijn klanten tot mooie en impactvolle resultaten te komen.
Berenschot en Arcadis helpen het ministerie van IenW en de provincies Gelderland, Overijssel en Utrecht bij het ontwikkelen van bouwstenen voor de afweging over en ontwikkeling van beleid voor bodemenergie.
In de gemeente Ede is een privaat warmtebedrijf, Warmtebedrijf Ede, beheerder van het warmtenet in de gemeente. De gemeente heeft samenwerkingsafspraken met dit bedrijf gemaakt, zodat zij kunnen sturen op de eigen ambities en doelstellingen in de warmtetransitie.
Gemeente Amsterdam is bezig met het aardgasvrij maken van haar buurten. Eén van de technische oplossingen om dit te bereiken, is een collectief warmtenet. Er is inmiddels veel energie en tijd gestoken in de afspraken met woningcorporaties, maar de particuliere woningeigenaar bleef onderbelicht. Reden voor gemeente Amsterdam om in het najaar van 2023 Berenschot te vragen hen te helpen om het aanbod voor particuliere woningeigenaren te optimaliseren.
Het is goed dat het Rijk en de provincies door de ruimtelijke voorstellen weer samenwerken aan de ruimtelijke ordening van Nederland. Toch is er nog veel werk te doen, stellen Ralph Kohlmann, Josse van Sleeuwen en Julia Stam van Berenschot. De provinciale voorstellen zijn te abstract, te veelomvattend en te vrijblijvend om van visie naar uitvoering te komen. “Wij verwachten dat deze complexiteit leidt tot een impasse in de ruimtelijke ordening.”
Nederland kampt momenteel met een groot woningtekort. Naar aanleiding van een motie in de Tweede Kamer onderzoekt het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties of het toestaan van permanente bewoning van recreatiewoningen kan worden versoepeld via een wijziging van het Besluit omgevingsrecht (Bor). Op verzoek van het ministerie onderzocht Berenschot eventuele negatieve effecten van deze wijziging.
Eerder deze week ondertekenden woningcorporaties, warmtebedrijven en de gemeente in het kader van de Amsterdamse Warmtemotor een samenwerkingsovereenkomst om bestaande gebouwen en woningen in de stad van het gas af te halen.
De gemeente Alphen aan de Rijn pakt op een aantal opgaven sterk de regie. Gezien de schaarste aan geschikte en betaalbare woningen is de kwantitatieve en kwalitatieve woningbouwopgave een van haar belangrijkste opgaven.
Nederland staat voor de enorme opgave om de CO2-uitstoot in 2050 met 90% verminderd te hebben, waarbij gemeenten een grote rol vervullen. Eén van de manieren om dit te realiseren, is het opwekken van duurzame energie (elektriciteit/warmte). Het is voor Nederlandse gemeenten dan ook steeds belangrijker te kunnen sturen op de ontwikkeling van duurzame energie. Maar wat is hiervoor de beste aanpak?
De leefbaarheidsproblematiek in kwetsbare wijken neemt momenteel toe, onder meer doordat de volkshuisvesting door rijksbeleid steeds meer is gericht op kwetsbare groepen. Daarnaast leidt decentralisatie van de zorg tot bezuinigingen in deze sector en zorgt extramuralisering voor grote druk op de goedkopere woningvoorraad.
Overheden, maatschappelijke organisaties en bewoners binnen dertig energieregio’s hebben de afgelopen maanden hard gewerkt aan concept-Regionale Energiestrategieën (RES). Nu staan zij voor de opgave om de concept-RES te concretiseren naar een RES 1.0.