In de afgelopen 40 jaar ben ik aan verschillende kanten van de bestuurlijke en maatschappelijke tafel actief geweest in de wereld van het fysieke domein, zowel op het terrein van verkeer en vervoer, mobiliteit en infrastructuur als op dat van gebiedsontwikkeling, ruimtelijke inrichting en water. Ik heb dat gedaan in diverse rollen en functies: zowel lijnfuncties als interim-, project- en procesmanagement en daarnaast ook in de rol van adviseur. Daarbij gaat het vooral om vraagstukken in een complexe publieke omgeving, waarbij meerdere overheidslagen betrokken zijn en op het snijvlak van publieke en privaat. Die kennis en ervaring van de hele keten van visie tot en met uitvoering zet ik in om tot een succesvol eindresultaat te komen.
Mijn overtuiging is dat (kwaliteiten van) mensen een bepalende factor zijn voor het behalen van resultaten.
Berenschot werkt intensief samen met een aantal zelfstandige professionals. Deze geassocieerd consultants hebben geen dienstverband bij Berenschot maar zijn wel nauw betrokken bij Berenschot. Zij worden op tijdelijke basis ingezet bij opdrachten vanwege hun specifieke kennis en vaardigheden.
Het verkeer op het spoor neemt toe. De afgelopen jaren zijn er meer, langere en zwaardere treinen gaan rijden. Deze treinen gebruiken steeds meer energie. Dat gaat steeds meer knellen met de huidige stroomvoorziening (TEV). Om aan de vraag te kunnen blijven voldoen, is het nodig de energiecapaciteit op korte termijn uit te breiden. Alleen daarmee kan het spoorvervoer verder groeien. Spoorwegbeheerder ProRail ziet een transitie van 1,5 kV naar 3kV bovenleidingspanning als structurele oplossing om ook in de toekomst treinen te laten rijden. Aan Berenschot de vraag hen te helpen onderzoeken wat de huidige beperkingen van de TEV zijn en welke meerwaarde 3kV kan leveren.
Met het oog op een nieuwe concessie voor het hoofdrailnet vanaf 2025 heeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat onderzoek laten doen naar de toekomstige marktordeningsopties op het spoor. In opdracht van het ministerie onderzocht Berenschot de mogelijke scenario’s voor het vervoer over de HSL-Zuid.
In 2025 start een nieuwe concessieperiode voor het Nederlandse hoofdrailnet (HRN). In voorbereiding daarop moest de staatssecretaris van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) in de eerste helft van 2020 uitwerken hoe zij de concessie zou willen gunnen en wat er wel en niet onder de gunning valt. Daarbij wil IenW komen tot de beste invulling voor de toenemende binnenlandse reizigersvraag.