Voor gemeenten is het van belang dat tarieven aansluiten bij de kostenstructuur van aanbieders om de kwaliteit en continuïteit van de zorgaanbieder te waarborgen. Tegelijkertijd vergen de gemeentelijke budgetten scherpe keuzes om de Wmo en jeugdzorg ook in de toekomst betaalbaar te houden. De afgelopen jaren hebben wij een groot aantal gemeenten en aanbieders geholpen bij het berekenen van de kostprijs en het komen tot evenwichtige tarieven. Hierbij maken wij gebruik van onze eigen referentiecijfers en sluiten we zorgvuldig aan bij de eigenheid van gemeenten en aanbieders.
Een goede kostprijsberekening start met een inhoudelijke beschrijving van de in te kopen dienst en de voorwaarden waaronder deze wordt geleverd. Vervolgens moet de methodiek voor kostprijsberekening worden bepaald. Daarbij hanteren wij doorgaans Activity-Based Costing, waarbij organisatiekosten zo veel mogelijk worden toegewezen aan activiteiten in het primaire proces. Daarnaast hechten wij aan een transparant en duidelijk proces om discussies over definitie en hoogte van parameters te voorkomen. Tot slot adviseren wij gemeenten en zorgaanbieders gezamenlijk op te trekken, dit vergroot de kans op gedragen uitkomsten (en tarieven).
Bij het berekenen van reële kostprijzen hanteert Berenschot onderstaande aanpak. Daarin nemen wij het bruto-uurloon van medewerkers als uitgangspunt waarover verschillende opslagen en correcties worden berekend.
In opdracht van de VNG en brancheorganisaties ActiZ, Zorgthuisnl, de Nederlandse GGZ en Sociaal Werk Nederland hebben we verder een rekentool ontwikkeld voor het berekenen van tarieven in de Wmo. Deze rekentool stelt gemeenten en aanbieders in staat op een transparante en eenvoudige manier kostprijzen in kaart te brengen voor de Wmo-voorzieningen hulp bij het huishouden (hbh) en individuele begeleiding. Verder helpt de rekentool partijen het gesprek over kosten en tarieven te voeren langs een transparante structuur en in lijn met de AMvB Reële prijs.
In een filmpje dat we maakten in opdracht van het ministerie van VWS geven we een toelichting op de rekentool.
De afgelopen jaren hebben wij voor zowel aanbieders als gemeenten een groot aantal onderzoeken uitgevoerd naar de tarieven van jeugd- en Wmo-diensten. Daarnaast hebben we als onafhankelijk organisatieadviesbureau ook bijgedragen aan landelijke onderzoeken op het gebied van kostprijzen, zoals de evaluatie van de AMvB Reële prijs Wmo 2015. Verder biedt onze ervaring met eerdere kostprijsberekeningen goed zicht op reële inschalingen van medewerkers voor verschillende diensten én gaan onze rekenmodellen uit van de actuele en meest voorkomende cao’s in de Wmo/jeugdhulp (Jeugd, VVT, GHZ, GGZ, Sociaal Werk).
Dankzij onze verschillende benchmarks in de zorg hebben wij inzicht in de werkelijke en actuele hoogte van kostprijselementen bij (zorg)aanbieders. Dit betreft onder andere de Benchmark Care (de bekende en gezaghebbende overheadbenchmark onder zorgaanbieders), de Benchmark Kostprijs jeugd, de Benchmark Kostprijs hulp bij het huishouden en de ervaringen uit de Benchmark Kostprijs beschermd wonen.